Per Jumpy door Marokko 5


Per Jumpy door Marokko 5

Op onze reis door Marokko zijn we in het zuiden beland, bij de Algerijnse grens. De wegen zijn er zelfs voor de Jumpy van Kees "Visa GTI 115" niet begaanbaar, dus nemen we omwegen. Daarop worden we ook nog eens opgehouden door vreselijke zandstormen!

Donderdag 13 mei 2004: Ouarzazate - Zagora, 182 km
Als we de stad verlaten, gaan we direct de bergen weer in naar grote hoogte, de col de Tizi-n-Tinififft (1.660 meter) op. Voor we daar zijn, is ineens de weg weg! Die is geheel weggezakt, maar voor een omleiding is gezorgd. Na even wat piste rijden, komt het weer goed. We rijden nu weer door zo’n geweldige palmentuin van vele kilometers lang in de Vallée du Drâa. We willen tanken, maar er is geen diesel te koop en we worden verwezen naar een andere pomp, een vreemd merk. Het moet maar, want de tank dient vol te blijven.

Ook de stad Zagora heet ons welkom via een gigantische toegangspoort. Op de camping krijgen wij een plaatsje onder een pergola voor de broodnodige schaduw. Het sanitair op de camping is bedroevend, maar ja… het is niet anders. Morgen weer verder!

Vrijdag 14 mei 2004: Zagora - Mhamid - Zagora - Agdz, 303 km
Na het eten pakken we alles weer in en gaan 98 km verder naar het zuiden. Het blijft een verrassing: het landschap is steeds weer anders. Onderweg komen we over twee cols. Waar we ook in komen: een vreselijke zandstorm! Je kan amper de weg nog zien. Ook al denk je dat het verderop wel afgelopen zal zijn, wordt het nog erger. Op de cols zie je het zand in de vallei rondstuiven. Weer beneden zit je er middenin. Aan het einde van de weg ligt het dorp Mhamid tegen de zandduinen aan, vlakbij de Algerijnse grens. Alleen 4x4’s kunnen nog verder. De camping zijn we al voorbijgereden: een soort kasteel met een vestingmuur. We voelen er echter niets voor om hier in de zandstorm te gaan staan.

Dan maar weer terug naar Zagora. Vlak voor deze stad is de zandstorm voorbij. We willen nu linksaf naar Foum-Zguid: op de kaart een weg met vraagtekens van 120 kilometer lang. Als ik al drie keer om het gemeentehuis ben gereden om deze weg te zoeken, komt me een brommer achterop en wordt me gevraagd waarnaar ik zoek. Op de kaart wijs ik hem deze weg en hij zegt: “Pas possible!” Alleen terreinwagens kunnen erover. Wij moeten omrijden en niet zo’n klein beetje ook. Als we de tank voor de zekerheid weer willen bijvullen, kunnen we ook dat vergeten. Er is geen druppel dieselolie meer te krijgen. We gaan weer naar het noorden. Op ruim 100 kilometer is de stad Agdz.

Als we in Agdz aankomen, gaan we eerst op zoek naar een tankstation. Dat lukt! Vanaf Agdz loopt een weg 71 kilometer lang de woestijn in: de R108. Zo kun je ook naar Foum-Zguid, maar daar beginnen we vandaag niet meer aan. Ook in Agdz zou een camping moeten zijn. Na enig zoeken vinden we deze aan de rand van de stad. Dit is een prachtige palmentuin, waar je de auto in de schaduw kan zetten. Ook het sanitair is er aangenaam. De camping wordt beheerd door een alleraardigste Française. De middag gebruiken we om eens lekker niks te doen en aan het begin van de avond maken we een wandeling. Wel vraag ik nog of de weg die we morgen willen rijden begaanbaar is. “Jazeker,” is het antwoord: “Ze zijn hem zelfs helemaal aan het vernieuwen.” Dat klinkt goed. We drinken nog wat op het terras aan de rand van het zwembad en kruipen weer vroeg de Jumpy in.

Je kunt hier reageren op dit artikel.

tekst en foto’s: Visa GTI 115

© Citroën-Forum 2003 - 2024 | adverteren
Facebook