Kakafonie


Kakafonie

Gierend, fluitend, knetterend. Woorden schieten te kort om het geluid te typeren, waarmee de DB Panhard Monomill’s de hellingen van het gefortificeerde Angoulême beklimmen. Het ‘Circuit des Remparts’, amper meer dan een kilometer lang, slingert zich tussen de steile stadsmuren omhoog naar het centrum en weer terug. Ideale omstandigheden voor de kleine voorwielaangedreven racertjes van Deutsch et Bonnet. De stad klinkt als een groot reutelend espresso-apparaat. We schrijven 1955.

Het zal het laatste jaar zijn van het klassieke ‘Circuit des Remparts’. De catastrofe tijdens de 24 uur van Le Mans datzelfde jaar, waarbij 83 toeschouwers omkomen door de rondvliegende brokstukken van een gecrashte Mercedes-Benz, leidt er toe dat elke vorm van autosport verboden wordt tot er aan een heel resem van nieuwe veiligheidseisen wordt voldaan. Voor Deutsch et Bonnet als kleine producent van racewagens betekent deze verplichte adempauze het einde. Voor het initiatief om met de Monomill’s een instapklasse te creëren waarin de coureurs elkaar in een zelfde auto bekampen zeker niet.

In 1965 ontwikkelt Maurice Pezous, concessionaire Citroën in Albi, de MEP X1. MEP, voor Maurice ‘Emile’ Pezous, als eerbetoon aan ‘s-mans grootvader. De X1 is een echte kleine formulewagen met de aandrijflijn achterin. Het gebruikte motortje van de Ami6 is met zijn 25 pk echter niet overbemeten. Op het moment dat het wagentje bij de start van de 24 uur van Le Mans in 1966 wordt gepresenteerd, is het model omgedoopt in MEP X2 en hangt er aan de Citroën-versnellingsbak een 850cc Panhard Tigre motor. Met zijn buizenframe, polyester carrosserie en schijfremmen rondom weegt het wagentje amper 400 kg. Goed voor 190 km per uur. Goed ook om Citroën er toe te bewegen in 1968 de Formule Bleue op te richten. De klasse waarin het jonge talent van de Franse autoclubs zijn kunsten kan vertonen. Met de komst van de GS in 1970 krijgt de MEP een jaar later met de X27 een ultieme versie. De viercilinder 1015cc boxer wordt gekieteld tot 79 PK en 210 km per uur. Genoeg om het tot een flink stuk in de jaren zeventig vol te houden op de Franse circuits.

September 2012. In het overvolle programma van het moderne ‘Circuit des Remparts’, een jaarlijks terugkerend spektakel voor allerhande historische racecategoriën, is opnieuw plaats ingeruimd voor de kleine blauwe eenzittertjes. Niet helemaal eerlijk, met ruim twintig jaar tussen de eerste DB Monomill’s en de laatste versie van de MEP X27, maar daarom niet minder intrigerend om naar te kijken. En ondanks de verschillen in vermogen is de strijd er niet minder om. Op het scherpst van de snede wordt het uiterste van de kleine machines gevraagd. Niet zelden net dat fatale beetje meer. Het toch niet alledaagse gejank van de hoogtoerige GS-motoren uit de X27’s, wordt moeiteloos overstemd door de snerpende Panhard-motoren uit de vroegere types. Wie ooit heeft mogen ervaren hoe het unieke samenspel van mechanische geluiden geproduceerd door zo’n tweecilinder boxertje van Panhard klinkt, kan zich misschien een voorstelling maken van de oorstrelende herrie die een dergelijk veld veroorzaakt. Mocht zich de kans voordoen om tijdens een volgend ‘Circuit des Remparts’, of eender welk ander historisch race-evenement, deze klasse nog eens te zien presteren, grijp uw kans. Wat mij betreft meer dan een aanrader!

tekst: Marc Zaan
foto: onbekende internetbron

© Citroën-Forum 2003 - 2025 | adverteren
Facebook