La Deuxième Fête de la Propulsion


La Deuxième Fête de la Propulsion

Op 19 en 20 mei jongstleden werd op het circuit Linas-Montlhéry ‘La Deuxième Fête de la Propulsion’ gevierd. Vrij vertaald ‘Het Tweede Feest van de Achterwielaandrijvers’. Aanleiding voor deze tweede editie was ditmaal de 80ste verjaardag van de Rosalie. Organisator van deze meeting was Jean-François Soyez, voorzitter van de ‘Automobile Club André Citroën’ en tevens eigenaar van een bijzonder fraaie Rosalie cabriolet. CitroExpert-fotograaf Rob Baesjou nam de tijd om voor ons een verslag te schrijven.

We beginnen met een stukje historie. De kombaan van Montlhéry werd in 1924 geconstrueerd en pas later uitgebreid met een stratencircuit. De helling van de kombaan is uitzonderlijk groot. Helemaal bovenin de bochten bedraagt de hellingshoek liefst 51 graden. ?Motorolie was in het begin van de twintigste eeuw vaak nog van twijfelachtige kwaliteit. Olieproducent Yacco wilde begin jaren dertig aantonen dat zijn motorolie wel van goede kwaliteit was en liet zijn keus vallen op de kom van Montlhéry voor een reeks legendarische duurtesten. Standaard chassis’ werden voorzien van een speciale carrosserie en met deze auto’s werd dagen aaneen rondjes gereden over het circuit. Yacco gebruikte Citroëns, maar er was geen officiële link met de fabrikant met de double chevron. Daarom kregen de duurtestbolides de bijnaam ‘Rosalie’. Tegen de tijd dat men bij Yacco aan de vierde versie van de Rosalie was gekomen, kon ook André Citroën niet meer om de successen heen. Op 27 juli 1933 was hij het dan ook die persoonlijk de Petite Rosalie, zoals de troetelnaam inmiddels luidde, afvlagde. Het wagentje had in 134 dagen quasi non-stop 300.000 km afgelegd met een gemiddelde snelheid van 93 km/h. Er sneuvelden gedurende die 134 dagen 106 wereld- en 191 internationale records. De successen van Yacco’s recordwagens maakten de naam Rosalie zo populair bij het publiek, dat Citroën hem overnam voor wat de laatste reeks van de 8, de 10 en de 15 zou worden. Niet veel later kwam er een eind aan de productie van de achterwielaangedreven Citroën personenwagens en het gebruik van separate chassis’ en daarmee aan de hoogdagen van ‘Rosalie’. Wie meer wil lezen over de prestaties en de records van deze speciale Rosalies kan een stuk van deze historie nalezen in CitroExpert nummer 80.
Terug naar mei 2012. Op het binnenterrein van het circuit zijn meer dan honderd achterwielaangedreven Citroëns verzameld. Natuurlijk veel Rosalies, maar ook 5HP’s, B2, B10, B12 en B14’s. Verder veel C4’s en C6’en in allerlei vormen en maten. Nog nooit eerder gezien, een rechtsgestuurde B18. Van de aanwezige B2 Caddy weten we niet zeker of het wel een originele was, maar fraai was ze wel. Een tot mooier dan nieuw gerestaureerde U23 plateau baché uit 1948 was een blikvangers van een heel andere orde, maar uiteraard wel achterwielaangedreven. De niet-achterwielaangedreven Citroëns vinden terecht een plaatsje op een ander veld. Daar zien we een prachtige 7C Coupé, die naar verluidt enkele weken eerder ernstig beschadigd was bij een aanrijding met drie everzwijnen. Niet dat daar nog iets van te zien is, alle schade is onzichtbaar hersteld. ?In de grote feesttent staan een aantal achterwielaandrijvers uit het Conservatoire opgesteld: een Type A, een B2 Caddy, een C4 Faux-Cabriolet en natuurlijk een aantal Rosalies, waaronder een 8 Cabriolet, met maar 10.000 km op de klok. Op een apart stukje circuit staan nog enkele bijzondere Citroëns. Een Xsara WRC van Bugalski, een replica DS Ricou en ook replica, een 2CV Barbot. De originele Barbot heeft in 1953 op ditzelfde circuit ook de nodige records aan stukken gereden. ?Gezien de historische plek was de belangrijkste aanwezige auto toch wel een replica van de Petite Rosalie. Daarvoor zijn we tenslotte helemaal hierheen gekomen.
Verdeeld in groepen kunnen de deelnemers met hun auto’s rondjes rijden over het circuit. Leuk natuurlijk, als je met je achterwielaangedreven Citroën op een trailer bent aangekomen. Er wordt dan ook driftig gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Omdat de snelheid van de meeste van deze Citroëns niet bijzonder hoog is, wordt voornamelijk de onderste baan van de kombaan gebruikt. Slechts een enkeling waagt zich een baantje hoger. Wij rijden wat rondjes mee met een C4 faux-cabriolet, wat niet harder gaat dan 40 km/h. Iets sneller gaat het later in een 10 faux-cabriolet Manessius. Nee, het angstzweet breekt pas uit als we met een van de DS3R’s van het circuit meerijden. Die knallen moeiteloos met 150+ over de bovenste baan,  dan wordt het lastig om nog mooie foto’s te maken. Op zondag vindt er een concours d?légance plaats. Een aantal inzittenden heeft zich zoals dat hoort uitgedost in kostuums ‘d?poque’. Zo zien we een Nederlander in een heuse plus-four uit zijn fraaie Rosalie Torpédo stappen. In de jury hebben onder andere directeur Marketing van Citroën, Xavier Duchemin, en twee achterkleinkinderen van André Citroën, te weten broer en zus Charles-Henri en Anne-Rosalie (!) Citroën zitting. Aan het eind van de dag rijdt Philippe Bugalski zelf nog enkele rondjes over het circuit in de Xsara WRC, met als toegift het leggen van enkele donuts voor het publiek. Groter kan de kloof met de triomfen van de Yacco-Rosalies niet zijn, maar hee, tachtig jaar is ook niet niks…

tekst en foto: Rob Baesjou, redactie: Marc Zaan

© Citroën-Forum 2003 - 2025 | adverteren
Facebook