Henri Julien 1927-2013


Henri Julien 1927-2013

Kees "VISA GTI 115" zoekt in de Var (83) naar de sporen van Henri Julien, garagist, constructeur en teamchef van F1-renstal AGS: Automobiles Gonfaronnaises Sportives. Schatkamers met interessante Panhard-techniek en veel andere mooie dingen gaan voor hem open.

Henri Julien is geboren op 18 september 1927. Zijn vader heeft een garagebedrijf en dat wordt in 1947 door hem voortgezet. Hij komt al vroeg in aanraking met het racewagenvirus. Racewagens kon je toen niet kopen, maar moest je zelf maken en dat is precies wat hij altijd heeft gedaan, te beginnen met de bouw van de racers 500. Dat deed je van de dan aanwezige en nog bruikbare onderdelen uit Simca’s en andere auto’s uit die tijd. Henri Julien heeft zijn naam gevestigd met vier en mogelijk meer ‘Juliens’ die door hem gebouwd zijn. Daarin stak de techniek en de aandrijving van Panhard uit 1957/1958, dus met voorwielaandrijving, toen een ware aardverschuiving in de racerij. Ik ken iemand die er een heeft en daar was ik behoorlijk van slag van: dat was een echte raceauto uit de 50’er jaren en anders dan andere. Hij was ook nog helemaal ?dans son jus?: echte nostalgie. Waar de andere drie wagens zijn gebleven, weet ik niet. Wat ik niet weet, weet waarschijnlijk wel een ander. Ik weet in ieder geval wie ik hierop ga aanspreken.

Grappig, met zo’n niet voorbereide missie moet ook echt alles kloppen. Wat dat betreft ben ik een mazzelpik, ook vandaag weer. Hoe kom je hiertoe? Twee weken geleden reed ik door het piepkleine en ongezellige dorpje Gonfaron en zag een pand dat helemaal beschilderd was met wijnstokken, provençaals landschap, huisjes en een mooie blauwe raceauto. Dat heeft natuurlijk een reden: de dorpelingen zijn trots op hun garagehouder en constructeur Henri Julien en als eerbetoon is dit dus voor hem gedaan. Hij is 13 Juli 2013 op 84-jarige leeftijd overleden. Twee weken geleden wilde ik al een foto van het huis maken, maar er was werkelijk geen plek om de auto te parkeren, dus stelde ik het uit tot een andere keer.

Die andere keer is vandaag. Natuurlijk is het niet vlakbij, maar de Jumpy doet graag wat ik wil. Dus rijden maar, 140 km door de bergen. Voor Gonfaron doe ik eerst het circuit van Le Luc aan. Naast dit circuit staat prominent het bedrijf van AGS F1. Ik ga er het terrein op en kijk of er leven in de brouwerij is, nee dus. Het zal wel pauze zijn, dus ik neem ook een pauze.

Een ander gebouw in de buurt trekt mijn aandacht. Ik zie stellingen vol met raceauto’s en wenk iemand om te vragen of ik naar binnen mag. Dat mag en ik mag ook mijn fototoestel meenemen. Mijn ogen vallen haast uit hun kassen! Wat zie ik nu allemaal? Vrijwel alle Formule-auto’s in alle maten vormen en jaartallen opgestapeld in stellingen en ook twee auto’s, een Porsche 911 en een Shelby Mustang, voor de race van het komend weekend op het circuit van Paul Ricard. Ik vertel over mijn missie en een verhaal over Matra en wel over de MS 120 02: dat komt altijd van pas. Het ijs is gebroken, ook zij hebben onlangs een Matra F1 totaal gestript en weer opgebouwd. Die vertoont zijn kunsten tijdens de F1 Historique van Monaco. Ik mag alles bekijken en zet zo veel mogelijk op de foto.

Ik, de mazzelpik… Er stapt een man binnen en die wordt direct geroepen en aan me voorgesteld. Jean Silani is zijn naam en hij was als ingenieur het dichtst betrokken bij de bouw van de AGS F1. Hoe kan je het treffen? Deze man neemt het gesprek over. Een heel aardige man net als ik. Hij neemt alle tijd voor mijn onaangekondigde bezoek. Hij is een jaar ouder dan ik en dat schept een band.

Nadat ik alles bekeken heb, vraag ik hem of AGS F1 hiernaast open of gesloten is. Nee hoor, dat is open, dus ik vraag of het mogelijk zou zijn ook daar de F1’s te fotograferen. “Natuurlijk”, is zijn antwoord: “Kom maar mee.” Ik gebruik even een opmerking van J.M. en de tweede snoepwinkel gaat voor me open: een hal helemaal vol met racewagens. Er zijn veel verschillende merken, meerdere Prosts en een Renault F1 met 1500 cc turbo, enz., enz. De meeste zijn klantenauto’s die hier staan voor onderhoud. Er staan natuurlijk ook de AGS F1’s, waarvan er twee zijn verlengd, inderdaad door Jean Silani in eigen persoon. Dankzij deze verlenging kan je er met twee personen achter elkaar in zitten en het circuit van Le Luc al rijdend in een F1 in je opnemen.

Jean Silani is zo enthousiast over mijn enthousiasme en de kennis van het merk, dat hij me werkelijk het hele gebouw van voor tot achter laat zien. Echt alles en dat duurt wel even. Eerst naar de secretaresse, dat ze bezoek uit Nederland had, vond ze leuk, komt zelden, zeg maar nooit voor. Daarna de vergaderruimte, de filmzaal, de toiletten, doucheruimtes, de verblijven voor de coureurs die elk een eigen kast hadden en alles top en luxe ingericht, alles klopt. De ‘Hall of Fame’ van alle daar betrokken coureurs uit het verleden. In de werkplaats zag ik elke ruimte en diverse machines waaraan Henri Julien een groot deel van zijn leven heeft staan werken voor de constructie van eigen onderdelen. Ook de plek waar nog steeds de 8-cilinder Cosworth F1 blokken worden gereviseerd, maar ook heel veel moderne techniek. Er wordt van alles klaargestoomd voor diverse vormen van autosport: genieten dus.

Wanneer ik vraag wie nu de eigenaar van AGS F1 is, hoor ik dat dit de directeur van het circuit van Croix en Ternois is in de buurt van Arras. In Frankrijk kunnen twee circuits niet verder van elkaar weg liggen! Als ik alles gezien heb, bedank ik Jean Silani voor de aan mij bestede tijd. Hij concludeert dat wij allebei een goed en leuk leven hebben. Hij heeft gelijk en dus vervolg ik mijn missie op weg naar Gonfaron, de geboorteplaats van Henri Julien. Vanaf het circuit van Le Luc is Gonfaron 10 kilometer verder. Ik weet daar prima de weg want mijn Alpine-vriend J.N. had daar in de buurt zijn verzameling van 22 Alpines staan. Aangekomen in Gonfaron is ook nu weer het parkeerprobleem aanwezig, omdat het er heel oud en smal is, maar toch krijg ik mijn zin. Ik fotografeer de muur uit alle hoeken en daarna ga ik naar een garage waar ik een oude Eend in de ingang zag staan. Ik vraag daar aan de patron waar de oude garage is, garage de l’Avenir van Henri Julien. Hij zegt direct dat de eigenaar overleden is en dat de garage gesloten is en te koop staat. De garage is aan de andere kant van het dorp, aan de linkerkant. Ik weet genoeg. Aan de andere kant traceer ik inderdaad de lege garage de l’Avenir en zet ook die op de foto. Een garage waar een man altijd heel druk was met het construeren van zijn eigen raceauto’s, Henri Julien.

Je kunt hier reageren op dit artikel.

tekst en foto’s: VISA GTI 115 (titelfoto: Var Matin)

© Citroën-Forum 2003 - 2024 | adverteren
Facebook