Mama, ik voel me niet lekker - een kerstverhaal


Mama, ik voel me niet lekker - een kerstverhaal

Woedend beuken de golven tegen de voorsteven; alleen met de grootste moeite komt de Déesse vooruit. De meeste passagiers hebben binnen beschutting gezocht en slechts een enkeling waagt zich aan dek, waar de bijna horizontaal striemende sneeuwjacht je alle zicht ontneemt.

Dan, drie uur na het vertrek uit IJmuiden, doemt de eindbestemming op. We naderen het eiland vanuit het zuiden en komen zo een klein beetje in de luwte van de storm. Nadat het schip heeft aangemeerd spoeden de reizigers zich aan wal. Velen zeulen niet alleen een of twee koffers mee, maar dragen daarbij ook nog in kleurig papier gewikkelde pakjes. Bij de terminal aan de Cactuskade is het een drukte van belang, met arriverende passagiers en familieleden die hen komen afhalen. Een aan de gevel bevestigde digitale klok telt af hoe lang het nog duurt voor het nieuwe jaar begint: 199 uur, dertien minuten en vijf seconden.

Met aan onze hand Méhari, die alweer wat kleur op haar wangetjes begint te krijgen, steken we het Tractionplein over, waar de wind vrij spel heeft en ons bijna omver blaast. Via de imposante Avenue CX bereiken we het appartementencomplex C1, een van de allereerste grote gebouwen op het eiland, in de jaren tachtig van de 21e eeuw opgetrokken. Zelfs tot in de hal heeft de stuifsneeuw weten door te dringen. De lift voert ons naar de achtste etage, waar we ons appartement betreden, dat dankzij onze smartphone al behaaglijk warm is. Eindelijk thuis, met drie weken vakantie in het vooruitzicht!

“Mama, waarom wonen we eigenlijk op een eiland?” vraagt Méhari tijdens het eten.

“Maar lieverd, dat heb ik je toch al eens verteld? Toen Mama ongeveer zo oud was als jij, waren er veel te veel mensen in Nederland. Dat heet overbevolking. Toen dachten ze: laten we een paar grote eilanden maken in de Noordzee waar héél veel mensen kunnen wonen. Omdat de basaltblokken op waren, zijn er toen honderdduizenden Citroëns tot vierkante pakketjes geperst, die hier in zee werden gestort en waar wij dus bovenop wonen. Daarom heet het hier ook Citroëneiland. Zo zijn er nog drie van dit soort eilanden aangelegd. Een uurtje varen hiervandaan heb je Mini-eiland, het kleinste eiland van de vier, gebouwd op Mini’s. Fordeiland ligt nog een stukje verder en helemaal aan het eind van de Noordzee heb je Volkswageneiland, maar daar sturen ze alleen slechte mensen heen.”

“Blijven wij hier altijd wonen?”

“Misschien schat, dat weet ik nog niet. Nu Papa al drie jaar in de Citroënhemel is, zoekt Mama eigenlijk een nieuwe vriend. Ik weet natuurlijk niet zeker of ik er een vind of waar hij vandaan zal komen, maar het zou best kunnen dat we nog een keer verhuizen.”

“Ik wil op Citroëneiland blijven!”

“Hmm, ja, we zullen wel zien, lieverd. Voorlopig blijven we nog wel een tijdje hier.”

Als Méhari op bed ligt, kijk ik, met een glaasje rode wijn erbij, nog een uurtje tv: een reportage over de kolonie op Mars en de problemen die de mensen daar hebben. Heimwee vooral. Tja, dan moet je maar niet zo’n eind weg gaan wonen, zou ik vijf jaar geleden nog gezegd hebben, maar als je zelf tegenslagen hebt gehad, oordeel je toch minder hard en ben je eerder geneigd medelijden te hebben. Tenminste, zo ervaar ik het.

Genoeg gesomberd! Zondag met Méhari gezellig cadeautjes uitpakken en dan lekker drie weken niksdoen, shoppen en naar het BX-pretpark. Vrolijk kerstfeest iedereen en een gelukkig 2117!

Wil je ook de kerstgroeten doen? Dat kan hier.

tekst: Rougefurio; foto’s: Pixelatestudio, NN

© Citroën-Forum 2003 - 2024 | adverteren
Facebook