Citroën, maar dan anders: Egberts vierdeurs DS décapotable


Citroën, maar dan anders: Egberts vierdeurs DS décapotable

Citroëns die niet meer origineel zijn, maar door hun eigenaars radicaal aan hun persoonlijke wensen zijn aangepast. Wat zijn dat voor auto’s en wat is er allemaal aan veranderd? Wie zijn hun eigenwijze eigenaars? Hoe reageert de Citroën-gemeenschap? In deze vierde aflevering: Egbert Meeter en zijn vierdeurs DS décapotable.

Originaliteit of persoonlijkheid
Op de diverse subfora van historische Citroëns wordt veel gediscussieerd over originaliteit. Zelfs discussies over detailvragen, bijvoorbeeld of een buitenspiegel voor een bepaalde combinatie van modeljaar en uitvoering nu verchroomd moet zijn of gematteerd, worden met religieus vuur gevoerd. Er zijn echter ook Citroën-rijders die zich van deze religieuze originaliteit niets aantrekken en hun auto’s radicaal aan hun eigen wensen aanpassen. Sommigen zullen het ‘fout’ vinden, anderen ‘moedig’. De redactie van het Citroën-Forum heeft enkele van deze ‘foutmoedige’ forumleden aan de tand gevoeld.

Egbert Meeter, monteur en psychiater
“Egbert” is een van de forummers die zich geen fantasie-identiteit aanmeten: hij blijkt daadwerkelijk Egbert te heten. Gaandeweg zijn studie natuurkunde vond hij steeds meer voldoening in het sleutelen aan Citroëns. Hij kocht, repareerde en verkocht oude 2CV’s en gaf uiteindelijk zijn studie op om bij de Delftse Citroën-garage Citonda monteur en later chef-monteur te worden. Toch zocht hij de collegebanken weer op, waar hij deze keer aan geneeskunde begon en dat tot een goed einde bracht. Egbert is arts geworden en heeft zich gespecialiseerd tot psychiater. Intussen bleef het Citroën-virus sluimeren, wachtend op een geschikt moment om opnieuw toe te slaan…

Van 2CV tot DS 23 Pallas
Al gedurende zijn studie natuurkunde reed Egbert in 2CV’s en later kwamen er in plaats daarvan andere Citroëns voor dagelijks gebruik, onder meer een Xantia. Zo’n acht jaar geleden groeide de belangstelling voor klassieke Citroëns weer en kwam er niet alleen een Ami6 berline, maar ook een ID break die al snel tot dagelijks vervoermiddel gepromoveerd werd. Egbert zal niet de enige zijn voor wie de ideale DS er een is die “onthoofd” kan worden. Toen hij zich ging verdiepen in de DS décapotable raakte hij echter teleurgesteld bij het zien van hun gesloten kappen, die hij te massief vond. “Dat moet ook anders kunnen”, dacht hij en voor zijn geestesoog verscheen een beeld van een vierdeurs DS cabrio met een kap die in gesloten toestand even mooie lijnen vertoonde als het dak van een berline. Kort daarna reed hij een DS 23 Pallas berline zijn garage binnen, waar de slijptol al ongeduldig lag te wachten.

Non-capotable
Drie jaar heeft Egbert aan zijn vierdeurs DS décapotable gewerkt. Hoewel, drie jaar? Eigenlijk is het project nooit af. Anders dan je misschien zou verwachten, begon Egbert niet met het verwijderen van het dak, maar met het aanbrengen van langs- en dwarsverstevigingen. Die zijn allemaal onzichtbaar weggewerkt in de bodempartij van het chassis. Alleen de verticale verstevigingen van de A- en de B-stijlen zijn zichtbaar gebleven. Pas daarna werd het dak verwijderd. Toen vervolgens het plaatwerk teruggeplaatst werd, kreeg Egbert een eerste bevestiging dat hij de juiste aanpak gekozen had: alles paste en alle naden waren als voorheen. De definitieve bevestiging kwam bij de proeven die het RDW Test Centrum Lelystad afnam om een nieuwe typegoedkeuring te kunnen afgeven. De torsieproef, de doorbuigproef en de rijproef werden glansrijk doorstaan: “beter dan een Chapron”, volgens de keurmeester. De vierdeurs DS mocht dus de weg weer op, maar had nog geen kap en om die kap was het juist allemaal te doen geweest…

Décapotable
Egbert wist wat de kap zou moeten doen, maar nog niet hoe. In gesloten toestand zou hij even mooie lijnen moeten tonen als het dak van een berline en in geopende toestand zou de kap geheel in de carosserie moeten verdwijnen in plaats van erop te liggen. Om uit te vinden hoe deze doelen te verwezenlijken, voerde Egbert gesprekken met specialisten. De winnende tip was de constructie te baseren op de kap van een Saab 900 cabrio, omdat deze vergelijkbaar lang leek. In de praktijk bleek niet alleen dat alle segmenten verlengd moesten worden, maar ook dat de slijptol weer in de auto gezet moest worden. De hoedenplank en de wielkasten dienden hun plaatsen gedeeltelijk vrij te maken voor de neergeklapte kapconstructie. Na meerdere proefopstellingen met landbouwfolie werd de definitieve kap door het gespecialiseerde bedrijf Letsch op Egberts constructie geplaatst. Na drie jaar werk was er eindelijk een vierdeurs DS décapotable, maar met gebutst plaatwerk, dus zag hij er nog altijd niet mooi genoeg uit.

Een beroemdheid
De schoonheidsoperatie die volgde, bestond uit het transplanteren van donorplaatwerk in ambre doré, een opvallende kleur uit modeljaar 1961 die bijdraagt tot de eigenzinnige uitstraling van Egberts DS. De achterklep moest nog verbreed worden om de kap te kunnen omvatten, maar in januari 2007 was Egberts vierdeurs DS décapotable officieel gereed! Sindsdien maakt hij een stormachtige carrière door. Hij zweeft over binnen- en buitenlandse wegen en is meermaals uitgebreid besproken in “La Bombe Citroën”, het clubblad van de Citroën ID/DS Club Nederland. Hij is het onderwerp geweest van lezingen door heel het land, hij heeft zijn eigen website met een uitgebreid fotoverslag en natuurlijk ook zijn eigen forumtopic, waar je op dit artikel kunt reageren. De reacties van derden zijn enthousiast, “zelfs van de ergste puristen”, zo meldt Egbert. Dat hoeft ons niet te verwonderen, want zijn vierdeurs DS décapotable bevindt zich in goed gezelschap. Volgens het boek “L’Atlas des DS Citroën” heeft Bertoni zelf al eens zo’n vierdeurs cabriolet geschetst en heeft zowel Heuliez als Reutter er prototypes van gebouwd. Kunnen we dus concluderen dat het project geslaagd en afgesloten is? Geslaagd wel, afgesloten niet. Egbert: “Ik wil de motor een derde keer uit elkaar halen. Dankzij de expertise van het forum ben ik er zeker van hem deze keer volledig lekvrij te krijgen. Ooit wil ik de auto van nog beter plaatwerk voorzien in mijn droomkleur jaune jonquille. Dan is hij af.”

Citroën, maar dan anders
In de serie “Citroën, maar dan anders” hebben wij eerder Rees trax, japv’s Xantia Exclusiver en sans-pareils CX 25 Turbo VEMS behandeld. In de toekomst komen een sportieve AX en een mogelijk nog sportievere Visa aan bod, evenals een “groene” e-CX. Heb je zelf een Citroën die vergaand gemodificeerd is, of ken je iemand anders met zo’n Citroën die wel wat aandacht verdient? Dan stellen we je mailtje aan .(JavaScript moet ingeschakeld zijn om dit e-mail adres te bekijken) zeer op prijs.

tekst: RensKorevaar, foto: Egbert Meeter

© Citroën-Forum 2003 - 2024 | adverteren
Facebook