BX Trucking!


BX Trucking!

De BX wordt eindelijk een Citroën die in handen van echte liefhebbers thuishoort. Maar wat maakt een liefhebber? Waar velen hun BX liefst zo origineel mogelijk zien, is forummer Nanko meer een liefhebber van wat het niet van de tekentafel af gehaald heeft. Hoewel: hoeveel origineler dan een BX Utilitaire kan het worden?

BX-liefhebbers in Noord-Nederland weten ‘m te vinden: Nanko is iemand die BX ademt. Bovendien is hij gezegend met twee rechterhanden, een enorme werkplaats en een ruime voorraad spullen, als het op de Citroën BX aankomt. Na zoveel jaar en zoveel BX-en kan Nanko deze auto’s wel dromen. Dat gebeurt dan ook regelmatig. Soms leidt dat tot een praktisch uitvoerbaar idee. Soms blijkt dat idee pas achteraf praktische kanten te hebben. En dan zijn er nog de ideeën die je in ieder geval geprobeerd moet hebben. Meng dat met een gezonde dosis ‘kan niet bestaat niet’ en je weet een ding zeker: het kan niet zo idioot lopen of Nanko maakt van een BX precies dat, wat hij hebben wil.

In dit geval is dat iets bijzonders. Zo veel BX Utilitaires, of pick-ups, zijn er niet. Zeker niet van de kwaliteit van de pick-up van Nanko. Want voor de bouw van deze pick-up werd de lat hoog gelegd. Eigenlijk moet de auto overtuigen als een product van PSA zelf. Dat heeft wel wat voeten in de aarde gehad, en het een en ander aan offers gevraagd.

Zo werd bijvoorbeeld begonnen met een BX Service koetswerk, dat nog weer een eindje sterker is dan dat van een gewone Break. Op zichzelf is een BX Service al niet echt een alledaagse verschijning. Maar dit exemplaar had een lang en werkzaam leven achter de rug. Feitelijk was de auto vooral geschikt als donor. Een ideaal object om iets nog veel zeldzamers van te maken. En dus werd de haakse slijper met gepaste vrolijkheid door het dak en de C-stijlen gehaald.

Daarmee heb je niet als vanzelf een goede Utilitaire staan. Zeker niet als je het kenteken geldig wilt houden. Daarom werd de koets uitgebreid van een nieuw frame voorzien om alle noodzakelijke torsiestijfheid en belastbaarheid te herstellen. Het resultaat is dat de koets op geen enkele wijze minder sterk is dan voordat het dak eraf werd gesneden. Inmiddels werd de achterklep verzaagd en als laadklep terug gemonteerd, inclusief keurige straps om ‘m bij het neerlaten op te vangen. In de laadbak, die ontstond na verwijdering van het dak en de achterbank, werd een keurige vlakke vloer aangebracht. Vervolgens werden de achterportieren verbouwd: de raamframes werden sterk ingekort, de bovenkant opnieuw afgewerkt, panelen in de raamframes gemonteerd en ten slotte werden de verbouwde portieren in de koets gelast en glad afgewerkt. De voorportieren bleven ongeschonden en zijn vrij uitwisselbaar met elk beschikbaar BX voorportier. De randen van de bak zijn afgewerkt met brede lijsten van bangkirai; het hout werd teruggewonnen uit afgekeurde sluisdeuren. De koets werd op detailniveau afgewerkt met een keurige complete strippenset, lichtmetalen GTi-velgen, een chrome grille uit een BX Image en keurige ingekorte Break dakrailtjes. En natuurlijk twee nette CNC-gefreesde typeplaatjes. Het geheel is uitgebreid op torsiestijfheid, belastbaarheid en weggedrag getest door de RDW in Lelystad, en daarbij opnieuw gezond verklaard voor gebruik op de openbare weg.

Daarna was de techniek aan de beurt. Met een auto die zo opvallend is als een BX Break kun je niet aankomen met een eenvoudige XUD9 machine. Gelukkig was er een alternatief beschikbaar. De twaalfkleps XUD11 turbodieselmotor uit de XM van forum-administrator Lucas kreeg een nieuwe stek onder de kap van de BX Utilitaire. De 110 diesel-pk’s worden via een versnellingsbak uit een Xantia Break op de voorwielen overgebracht. Volgens Nanko gaat dat nog niet helemaal zoals dat moet. De eindoverbrenging is ‘m wat te kort. Omdat de dikke turbodiesel lekker veel koppel heeft kan het ook prima met een langere eindoverbrenging. Maar de set-up zoals die is, zorgt wel voor verrassingen. De BX 21 Utilitaire wil namelijk bovengemiddeld goed van z’n plek, tot ergernis van vele hot hatch bestuurders.

De BX Utilitaire rijdt echt uitstekend. En veel. Want uiteindelijk is de auto gewoon gemaakt om te rijden. Of dat na de ombouw nog altijd in comfort gaat? Welzeker. Het interieur is namelijk minstens zo goed aangepakt als het exterieur. Alle snij- en laswerk en het versterkende frame zijn keurig verborgen achter nette stoffering. In de zijwand van de cabine, achter de portieren, vinden we handige cubby holes om kleine prullaria op te bergen. Het dashboard is een zwart exemplaar, waarin de GT-stijl tellergroep met normale, ronde tellers werd vervangen door een tellerbak met ‘oog’ voor de snelheidsweergave en een LED-balk voor de toerentalweergave. Overigens was het nog een hele sport om die met een dieselmotor correct te laten werken, maar ook die horde werd genomen. Een stel stoelen uit een type 2 GTi maakt het interieur af. Een goede keuze: de BX GTi/Progress stoelen zijn beroemd om hun comfort.

In een slordige 1500 uur tijd, verspreid over twee jaar, heeft Nanko van een wild idee een minstens zo wilde werkelijkheid gemaakt: een BX vrachtwagen die moeiteloos in de Citroën-traditie van comfortabele, snelle bestelwagens past. Een machine die door Citroën zelf zou kunnen zijn gebouwd om in ijltempo reserve aandrijflijnen door Europa te vervrachten. Een BX die weliswaar in het Conservatoire niet voorkomt, maar daar absoluut niet uit de toon zou vallen. Niet dat de auto daarmee al klaar is: ABS staat nog op de wensenlijst en wie Nanko bezoekt moet niet vreemd opkijken als hij druk doende is om een DIRAVI-systeem uit een CX voor de Utilitaire geschikt te maken. Feitelijk is het dat nu al, maar op die manier uitgerust is dit een BX die alle aandacht verdient: degenen die ‘m op CitroMobile niet al uitgebreid hebben bewonderd, is het aan te raden om elke volgende gelegenheid te baat te nemen!

De BX 21 Utilitaire wordt verder besproken in dit draadje!

Tekst en foto’s: Penny Lane. Met dank aan: nanko.

© Citroën-Forum 2003 - 2024 | adverteren
Facebook