Wanneer wordt de GS/A een klassieker?


Wanneer wordt de GS/A een klassieker?

Er zijn meerdere Citroën-modellen die volgens de liefhebbers niet de erkenning krijgen die ze verdienen. De middenklassers BX en vooral GS/A behoren daartoe. Hoe komt dat toch? Nog belangrijker is de vraag wat eraan gedaan kan worden. Dit artikel biedt geen definitieve antwoorden, maar wil aanzetten tot discussie.

Een gapend gat
Eind jaren ’60 was het gamma van de Citroën-personenwagens erg overzichtelijk. Bij het haut de gamme français streden de ID en de DS voort, zojuist opgefrist met de derde neus van Robert Opron. Bij de compacte wagentjes had Citroën de 2CV, die er naast de Renault 4 erg gedateerd uit ging zien, terwijl die Renault 4 zelf ook niet meer de jongste was. Daarom kwam de Dyane met vrijwel ongewijzigde techniek in een strakkere koets de 2CV te hulp. Dan was er nog de Ami. Op de parkeerplaats van de nieuwbouwwijk zag hij er even vertrouwenwekkend uit als de middenklasser van de buren, maar al bij het starten werd duidelijk dat het onderhuids om hetzelfde kleintje ging als bij de 2CV. Het gat tussen de A-modellen en de D-modellen was enorm en Citroën had moeite om klanten vast te houden die meer wilden dan een 2CV vermomd als middenklasser, maar voor wie een Snoek te duur was. Midden in dit gapende gat zou in 1970 de GS gepositioneerd worden.

Een ontwerp tussen servet en tafellaken
De Ami was al een auto tussen servet en tafellaken en met de GS zou Citroën dit kunstje nog een keer flikken. De auto kreeg de elegante lijnen van ontwerper Robert Opron mee en de formidabele hydropneumatische vering van de Snoek. Het 1-literblokje verraadde echter dat de auto niet zo groot was als hij leek. Om daarmee redelijk vooruit te komen, moest de GS zo licht mogelijk blijven. Het plaatwerk werd dun uitgevoerd, heel dun. Zo bood de GS veel ruimte en veel comfort voor weinig geld, maar was hij niet goed uitgerust om weerstand te bieden aan de tand des tijds. Zo was het huidige slechte imago van de GS/A al voorbestemd in het oorspronkelijke programma van eisen.

Echte liefhebbers
Dat de GS/A nog altijd zijn liefhebbers heeft, is niet verwonderlijk. Ondanks zijn structurele zwaktes blijft hij een elegante verschijning. Alle varianten van het dashboard roepen herinneringen op aan de tijd dat we nog gefascineerd waren door de ruimtevaart, toen er in iedere jongenskamer in het westen een poster hing van Neil Armstrong en in het oosten een van Yuri Gagarin. Laten we ook de vering niet vergeten, want daar kon geen enkele servet uit die tijd tegenop. Zelfs de meeste tafellakens gaf de GS/A op dit punt het nakijken. Gelukkig heeft de GS/A in Nederland zijn eigen club waar enorm veel gedaan wordt om deze echte Citroën op de weg te houden.

Er is hoop!
Een auto tussen servet en tafellaken zal het altijd moeilijk hebben op de klassiekermarkt. Hij mist de aaibaarheid van zo’n schattig kleintje en hij mist de luxe en de prestaties van de exclusievere modellen. Waar goede 2CV’s €15.000 opbrengen en goede DS’en €40.000, hoeft de GS/A toch echt niet onder €500 te blijven hangen. Er is dus hoop, maar hoe kan die werkelijkheid worden?

Vraag en aanbod
In landen zonder Opperste Sovjet wordt de waarde van goederen bepaald door vraag en aanbod. Precies daar wringt het bij de GS/A. Het aanbod is nog groot en bestaat vooral uit afgetrapte exemplaren. De groep liefhebbers die bereid is geld aan de GS/A uit te geven, is klein. Het aanbod moet omlaag en dus hoeven we niet te treuren wanneer slechte GS/A’s naar de sloop verdwijnen. De betere GS/A’s moeten behouden blijven, want als het bestand te klein wordt, zal de productie van nieuwe onderdelen nooit lonend worden. Daarom moet niet alleen het aanbod omlaag, maar ook de vraag omhoog. Alleen als handelaren, veilinghuizen, reparateurs en restaurateurs wat aan de GS/A kunnen verdienen, zullen zij de vraag verder stimuleren. Tot het zover is, hangt alles af van de liefhebbers. Als ze met GS/A’s naar evenementen gaan, moeten ze die presenteren als begerenswaardige automobielen, vooral buiten het kringetje van verstokte Citrofielen.

De klassieke GS/A
Wanneer foto’s zoals de bovenste drie bij dit artikel in het topic Gespot & gepost GS/A bijna niet meer te zien zijn en plaats gemaakt hebben voor foto’s zoals de onderste twee, dan is de GS/A begeerlijk geworden en heeft hij de status van een echte klassieker bereikt. Zie jij dat ook zo of juist heel anders? Je kunt hier reageren.

tekst: RensKorevaar, foto’s: CitroenAZU

© Citroën-Forum 2003 - 2024 | adverteren
Facebook