50 jaar Derde Neus: 50 jaar controverse…


50 jaar Derde Neus: 50 jaar controverse…

Facelifts zijn wel vaker een punt van discussie. Veel liefhebbers vinden de lijnen van de eerste versie van een auto het mooist, omdat de lijnen dan nog zo puur zijn. Bij de DS is er wel vaker iets ‘anders’, en dat geldt ook voor de reactie op de tweede facelift. Eindelijk af, of voorgoed verknoeid?

In 1967 was de DS inmiddels twaalf jaar in productie, waarvan de eerste zeven jaar met het oorspronkelijke neusje. Of nou ja, verregaand, want de aluminium beplating op de keienbak werd al vanaf 1957 weggelaten. Haar eerste facelift leidde in 1962 tot wat overwegend als de mooiste versie wordt beschouwd: de godin was tot volle wasdom gekomen en de tweede neus was een toonbeeld van een heerlijk ranke stroomlijn. Maar een auto die al twaalf jaar wordt gebouwd was ook in 1967 van een ontwerp dat op leeftijd kwam. Zoals dat dan gaat, kreeg de dame in dat jaar glas voor d’r ogen: Het brilletje dat Robert Opron haar aanmat was scherp van snit en stond haar prima, maar het was wel erg wennen voor de liefhebbers…

Vijftig jaar later is het ‘nieuwe’, strengere uiterlijk van de DS nog steeds een punt van discussie. Is het D-type eindelijk af met de derde neus of voorgoed verprutst? De charme van de ‘losse’ koplampen werd ingeruild voor rigoureuze stroomlijn en een wat meer agressieve uitstraling, maar daarmee was de DS wél weer bij de tijd. De ingenieurs kregen meteen de gelegenheid om naast automatische hoogteregeling op de koplampen nu ook meedraaiende vérstralers te ontwerpen; uiteindelijk zou dat een van de meest karakteristieke kenmerken van de DS worden. In die zin was de ID/DS reeks waarschijnlijk pas echt áf toen de derde neus, nu alweer 50 jaar geleden, uitkwam.

Daar staat tegenover dat de extra massa van de ‘nieuwe’ neus misschien esthetisch iets minder rijmt met de smalle achterkant van de auto. De DS was toch al véél neus en de nieuwe versie had daarvan alleen nog maar meer. Dat de lijnen van de achterkant altijd al opvallend strak waren ten opzichte van de vrij ronde ‘oude’ neus betekent dat er wel weer een ander soort balans in het ontwerp komt. En wat als de DS in 1967 ook al de achterkant van de CX had gekregen? Het ontwerp was al in schaal 1:1 uitgewerkt… Dát was pas een discussiepunt geweest!

Hoe dan ook is de derde neus ook na 50 jaar nog steeds hét punt van discussie rond de Citroën DS. Je houdt ervan of je verafschuwt ‘m en sommigen zouden juist niet willen kiezen al zouden ze het kunnen. Het is in ieder geval tekenend dat velen de ‘67er met de nieuwe neus en het oude dashboard, en dan liefst natuurlijk in Pallas uitvoering, als het neusje van de Snoek beschouwen. Als kunst zich tot doel stelt esthetiek tot discussiepunt te maken, dan is de laatste neus van de DS absoluut weer rijdende kunst, zelfs na de beeldschone stroomlijn van de eerdere versies. Met een heel andere elegantie dan de oude neus, een verder doorgevoerd thema van gladde lijnen, een technische elegantie ook, is de derde neus hoe dan ook integraal deel van de mythologie die het D-type om zich heen heeft weten te creëren.

Wat vind jij? Oude neus of nieuwe neus? Laat het weten in het jubileumdraadje voor de meestbesproken Citroën facelift van de afgelopen 50 jaar!

Tekst: Penny Lane, foto’s: Penny Lane, Helmut Newton, Ruyl Classics, Citroën Origins

© Citroën-Forum 2003 - 2024 | adverteren
Facebook