De Acht Sulligheden, de seizoensafsluiter van de 2CV-club

De Acht Zaligheden is de benaming voor een achttal dorpen in de Brabantse Kempen. De Sulligheden zouden hun bijnaam te wijten hebben aan de Hollandse militairen die hier tijdens de Belgische Revolutie rond 1830 ingekwartierd waren en de streek als armzaligheid bespotten. Dat Armzaligheden, door de plaatselijke bewoners ook wel Zaligheden genoemd, werd smalend omgezet in Sulligheden. Geen mooiere plek om de afsluitingsrit van de 2CV-club te organiseren. Citroëns eigen lelijke eendje, of met een Vlaamse kwinkslag, eigen Sulliggeitje, op een rijtje door het landschap. Afgelopen zondag was het een feit.

Tussen 11 en 12 op zondagochtend verzamelde zich een bonte verzameling tweecilinders op de parkeerplaats van Café Schuttershof in Esbeek voor een puzzelrit langs de Acht Zaligheden. De weersverwachting was prima en het beloofde een mooie dag te worden. Toen tegen 12 uur de briefing plaatsvond op de parkeerplaats, bestond de groep inmiddels uit 37 voertuigen, 32 Deux Chevaux, een AZU 250, 2 Dyane’s, een Acadiane en de vreemde eend in de bijt, een Panhard PL17. Kort daarna zette de colonne zich eensgezind pruttelend in beweging. Over een lang zandpad reden we richting Hulsel en Netersel. Vlak na Netersel kregen we de eerste vragen en opdrachten. Qua moeilijkheidsgraad vielen deze nog erg mee, maar daar zou later verandering in komen.
De route voerde ons verder over prachtige landweggetjes naar Wintelre, Weintersel op zijn Brabants. In de routebeschrijving werd aangeraden om hier ‘Ons museum’ te bezoeken. Dit was met recht de moeite waard, een vrouw van in de 80, die haar eigen museum heeft, dat voornamelijk bestaat uit spullen en krantenartikelen uit de Kempen rond 1900. Ze vertelde vol enthousiasme hoe het (plattelands)leven in de Kempen er in die tijd uitzag. Ongeveer halverwege de rit volgden 2 opdrachten bij de molen in Oers (Veldhoven). Deze molen werd tussen 1985 en 1991 gebouwd uit delen van andere molens. Deze molen is sinds 1987 in gebruik als korenmolen en het meel wordt door de Oerse Molenbakker verwerkt tot ambachtelijk brood. Helaas zijn de molen en de bakker op zondag gesloten.
Vervolgens leidde de route ons net na Knegsel via een smal weggetje door een bos naar de volgende zaligheid, Steensel. Waarna het over nog meer laantjes en landweggetjes richting Eersel ging. Hier brachten we een bezoek aan Streekmuseum ‘De Acht Zaligheden’. Dit museum geeft een levendig beeld van het boerenleven zoals zich dat afspeelde in de Kempen tussen 1850 en 1950. Het beeld wordt bepaald door het leven in en om de boerderij, de boerderij als bedrijf en de overheersende invloed van het geloof. Buiten in een grote schuur zijn veel machines en gereedschappen te zien. Er zijn ook werkplaatsen rond oude beroepen ingericht, een klompenmakerij, een timmerwinkel en een wagenmakerij. Ook aan de kleinschalige sigarenindustrie, die voor dit gebied erg belangrijk is geweest, wordt aandacht besteed. Via Duizel en Hapert bereikten we uiteindelijk het eindpunt ‘D’n Ouwe Brandtoren’ in Reusel. Hier, aan de rand van een fraai bosgebied, volgde tegen 17 uur de prijsuitreiking. Maar liefst 7 equipes moesten de 2e prijs delen. Met recht een spannende uitslag.
De hele route was erg origineel van opzet. Soms moest er over een aanwijzing even goed nagedacht worden, het is en blijft tenslotte een puzzelrit. Kortom, het was een prachtige rit, op een prachtige najaarsdag, door een schitterend stukje Brabant. Het carnavalsliedje zegt het al, het leven is goed in het Brabantse land. En het is prima vertoeven met je eendje in de Kempen. Nogmaals dank aan Jelle en Kees Naaijkens, die deze prachitge rit tot een onvergetelijk evenement hebben gemaakt.

tekst en foto Jeroen Schuman
redactie Marc Zaan