DS, twintig jaar later


DS, twintig jaar later

Rijden in een DS, niet in verpallaste perfectie, maar in een echte, zoals ze vroeger in de straat stonden, hoe is dat eigenlijk? Waterman maakt een trip down memory lane met gerochel en rookpluimen, maar wel zwevend over drempels en met een brede grijns. Rij mee!

Beige Tholonet van kleur, vijf deuren, hier en daar een kras, een deukje en wat roest. Vermoedelijk meer dan 500.000 km op de klok en plat op z’n buik. Daar staat-ie, m’n vervoer van kantoor naar huis voor deze nazomerdag van 2016: een DS 21 break mét, zeer bijzonder, een halfautomaat. Twintig jaar geleden kocht ik mijn eerste DS en precies dertien jaar geleden verkocht ik mijn laatste om SM te kunnen gaan rijden. Vanmiddag mag ik een korte trip down memory lane maken.

Ik loop er eerst maar eens omheen. De DS break was voor mij altijd de minst aantrekkelijke uit de serie, bedenk ik me. Toch kan ik hem tegenwoordig niet meer lelijk vinden. Apart is eerder van toepassing. Ik verbaas me weer eens over de door Citroën gekozen oplossingen: de ruiten zonder stijlen, het feit dat er voor de berline en de break dezelfde achterportieren werden gebruikt. Ook het imperiaal met de gedraaide kunststofrand aan de voorzijde tegen het windgeruis is een van die unieke details die een DS tot een DS maken.

Ik stap maar eens in en zak diep in een met leer beklede stoel. Die is niet origineel, maar zit eigenlijk best wel lekker. De sleutel, van het formaat oestermes, gaat links van het stuur in het contact. Tik tegen de pook en met een boel gehoest, gebonk en geproest wekt het monster in het langgerekte vooronder zich tot leven. Vroem! Blauw pluimpje, een rochel uit de lekke uitlaat. De break beweegt zich omhoog, komt op hoogte. Met de bekende “TIK!” slaat de hogedrukregelaar af. Pook in 1, rem los, tikkie gas. Met gerammel en gekreun zet het apparaat zich langzaam in beweging. Ja, deze auto heeft inderdaad een flinke levensreis achter de rug. Die vijf ton zouden er ook weleens zeven kunnen zijn.

Ik rijd de straat bij m’n kantoor in de tweede versnelling uit. Dertien jaar geleden werkte ik nog in een garage. Stapte ik ’s middags in m’n eigen DS, die destijds natuurlijk helemaal fris en fruitig was. Da’s bij deze dus wel anders. Hoek om, provinciale weg op, versnelling in 2, gas d’r op. Goh, wat is-ie traaaag! Maar wat veert zo’n ding toch fantastisch! Rotonde: met één handje aan het stuur, geen gejank van de banden. Het helt een beetje, maar ach.

Versnelling in 3, weer het gas d’r op en door naar 4, gangetje van 85. Hé, daar lag toch een drempel? Welke drempel? O ja, ik rijd in een DS! Niets gas los voor een drempel, gaan! 90: het begint te waaien, in de auto. Net als vroeger, als de ramen te ver naar buiten stonden. Toch heb ik ongemerkt een smile gekregen op mijn gezicht. Heel even voel ik me weer 19 jaar oud, nu twintig jaar geleden, toen ik zo trots als een pauw met mijn DSpécial, m’n eerste Snoek, door het land ging. Toen met France Gall op de AM-radio, nu met France Gall via de iPhone.

Deze DS break is oud, krakkemikkig, sleets, verre van origineel en schreeuwt om liefde, aandacht en een restauratie. Toch is de lol er in het geheel niet minder om. Ik ben twintig jaar ouder dan in 1996, geen blaag meer, maar een grijs wordende huisvader met kind, hypotheek en kantoorbaan. Verantwoordelijkheden. En weet je wat? Fuck it. Ik rijd DS!

Met dank aan Boudewijn van den Bogaert van citrobag.nl voor het mogen rijden in z’n break. Met dank aan de forumgemeenschap voor de reacties in dit topic.

tekst: waterman; foto’s: dengaert, archief waterman

© Citroën-Forum 2003 - 2024 | adverteren
Facebook